TEMPERATUUR INSTELLEN |
U kunt temperatuurzones met een beperkte geldigheid per voertuig of per oplegger instellen.
Daartoe doet u het volgende:
Selecteer het respectieve voertuig of de oplegger in de module Voertuigopvolging.
Open de keuzelijst en kies "Temperatuur instellen".
Voor voertuigen
TX-SKY
TX-MAX/Q+
Standaard: de standaardtemperatuurzones die in de BC-profielen ingesteld werden (indien ingevuld).
Aanpassen: temperatuurzones met een beperkte geldigheid.
Voor opleggers
Sensoren: de toegelaten temperatuurzones in de oplegger.
Retourlucht: de gemeten temperaturen van de retourlucht in de oplegger.
Voor TX-TRAILERGUARD
Dezelfde actie kunt u van op de kaart uitvoeren.